Home

grafiektypen

Grafiektypen verwijzen naar verschillende vormen van datavisualisatie die gegevens visueel presenteren. De keuze voor een bepaald type hangt af van het soort data (nominaal, ordinaal, continu), het doel van de visualisatie en de context. Een goed gekozen grafiek maakt patronen, verhoudingen en trends duidelijk en helpt bij het communiceren van conclusies.

Een aantal veelgebruikte grafiektypen is het lijndiagram, waarmee veranderingen in de tijd of bij continue variabelen

Daarnaast bestaan er samenvattende grafieken zoals boxplots, die mediane waarde en kwartielen tonen, inclusief mogelijke outliers,

Bij het kiezen van een grafiek is het belangrijk om de data en het publiek in ogenschouw

worden
weergegeven
door
punten
met
lijnen
te
verbinden.
Staafdiagrammen
vergelijken
waarden
tussen
categorieën
en
kunnen
verticaal
of
horizontaal
zijn;
ze
zijn
handig
voor
discrete
categorieën
en
beperken
zich
vaak
tot
een
bescheiden
aantal
categorieën.
Histogrammen
tonen
de
verdeling
van
een
continue
variabele
door
data
in
klassen
te
verdelen
en
geven
inzicht
in
spreiding
en
scheefheid.
Taartdiagrammen
(pie
diagrams)
visualiseren
het
aandeel
van
onderdelen
van
een
geheel,
maar
zijn
minder
geschikt
bij
veel
categorieën
of
wanneer
exacte
verhoudingen
belangrijk
zijn.
Spreidingsdiagrammen
tonen
de
relatie
tussen
twee
kwantitatieve
variabelen;
elk
punt
vertegenwoordigt
een
waarneming
en
kunnen
aanwijzingen
geven
over
correlatie
en
outliers.
Als
variant
bestaan
er
donutdiagrammen,
die
dezelfde
informatie
geven
als
taartdiagrammen
maar
met
een
gat
in
het
midden.
en
violinplots
die
naast
de
statistische
samenvatting
ook
de
verdelingsdichtheid
weergeven.
Area-diagrammen
visualiseren
cumulatieve
waarden
over
tijd
en
worden
vaak
gestapeld
gebruikt
om
bijdragen
van
meerdere
delen
te
tonen.
Geavanceerdere
grafieken
zijn
Gantt-diagrammen
voor
projectplanning,
Sankey-diagrammen
voor
stromingen
tussen
entiteiten,
en
radar-
of
sterdiagrammen
voor
meerdere
variabelen
tegelijk.
te
nemen,
duidelijke
labels
en
assen
te
gebruiken,
variabelen
correct
te
schalen
en
overmatig
gebruik
van
visuele
effecten
te
vermijden
zodat
de
boodschap
helder
blijft.