geoefend

Geoefend is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord oefenen, wat betekent trainen, practiseren of beoefenen. Het geeft aan dat iemand of iets door oefening is geweest. Het voltooide deelwoord wordt gebruikt met het hulpwerkwoord hebben om voltooide tijden te vormen, bijvoorbeeld: ik heb geoefend, hij heeft geoefend. Het kan ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen, meestal met een -e uitgang in de verbogen vorm: een geoefende muzikant, een geoefende schutter.

Gebruik en grammatica: Oefenen heeft de tegenwoordige tijd oefenen, de verleden tijd oefende en het voltooid deelwoord geoefend. Voorbeelden: Ik heb geoefend op mijn piano; Zij heeft gisteren geoefend voor haar presentatie. In zinsbouw met bijvoeglijke functie kan men zeggen: een geoefende pianist toont veel vaardigheid. Het participium is doorgaans niet gebruikt met wederkerende constructies zoals zich geoefend; men verwijst dan eerder naar iemands vaardigheid of training.

Voorbeelden: Een goed geoefende sporter kan snel reageren. De docent heb geoefend met het uitleggen van moeilijke concepten. Een geoefende reiziger weet hoe hij een kaartenlezer moet inzetten. Deze vorm benadrukt ervaring en bekwaamheid die door herhaalde oefening is bereikt.

Etymologie en verwantschappen: Oefenen is een oud Nederlands werkwoord en is verwant aan het Duitse üben, beide afgeleid uit de Germaanse wortels die trainen en oefenen betekenen. Zie ook oefenen, training en praktijk voor verwante concepten.