gastroscopie

Gastroscopie, ook wel oesofago-gastroduodenoscopie (EGD) genoemd, is een medisch onderzoek waarbij een flexibele endoscoop via de mond wordt ingebracht om de binnenkant van de slokdarm, de maag en het eerste deel van de dunne darm (duodenum) te bekijken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een gastro-enteroloog en kan gepaard gaan met lokale keelverdoving en soms sedatie om het comfort te vergroten.

Indicaties voor gastroscopie zijn onder meer aanhoudende bovenbuikpijn of dyspepsie, alarmsymptomen zoals moeite met slikken, onbedoeld gewichtsverlies, darmbloedingen of aanhoudend braken. Ook kan het worden toegepast bij verdenking op zweren, gastritis, esophagitis, tumoren of voor biopsie bij vermoeden van coeliakie, evenals bij surveillance bij aandoeningen zoals Barrett-oesophagus.

Voorbereiding: patiënten moeten meestal nuchter zijn (doorgaans 6–8 uur). Het proces begint met informed consent en instructies over medicatie, waaronder bloedverdunners. Op de dag zelf wordt indien nodig keel verdovend gemaakt en kan milde sedatie worden toegepast. De patiënt ligt meestal op de linkerzij. De endoscoop wordt voorzichtig via de mond in de slokdarm, maag en duodenum gebracht terwijl, indien nodig, lucht wordt ingebracht om het zicht te verbeteren. De arts observeert het slijmvlies en kan biopsies nemen; soms zijn ook therapeutische handelingen mogelijk, zoals dilatatie, verwijdering van poliepen of behandeling van bloedingen.

Risico’s zijn over het algemeen gering maar kunnen keelpijn, misselijkheid of een opgeblazen gevoel omvatten. Zeldzame complicaties zijn bloedingen, infecties, perforatie en reacties op sedatie. De procedure duurt meestal 15–30 minuten, gevolgd door een korte observatie.

Alternatieven: niet-invasieve beeldvorming zoals CT, MRI of röntgencontrastonderzoek, afhankelijk van de klinische vraag.