Home

gastrooesofageale

Gastro-oesofageale reflux verwijst naar terugvloei van maaginhoud naar de slokdarm. Wanneer dit frequent of ernstig optreedt en gepaard gaat met klachten of slijtage van het slokdarmslijmvlies, spreekt men van gastro-oesofageale refluxziekte (GERD). De aandoening komt wereldwijd veel voor en kan iedereen treffen, maar factoren zoals obesitas, een hiatusale hernia, roken en bepaalde voedingsmiddelen verhogen het risico.

De hoofdfactoren in de pathofysiologie zijn een verzwakte of inadequaat werkende anti-reflux barrière bij de gastro-oesofageale

Veel voorkomende klachten zijn brandend gevoel achter het borstbeen (zuurbranden), regurgitatie, alsof voedsel naar keel of

Diagnose gebeurt vaak op basis van symptomen; aanvullende onderzoeken omvatten endoscopie, 24-uurs pH-onderzoek, impedantie-meting en manometrie.

junctie.
De
onderste
slokdarmsfincter
(LES)
kan
verslappen,
de
slokdarm
kan
de
reflux
niet
adequaat
clearance,
en
een
hiatusale
hernia
kan
de
positie
van
de
LES
verstoren.
Hierdoor
kunnen
hoofdstof
maaginhoud
of
zure
reflux
de
slokdarmwand
irriteren
en
ontsteking
veroorzaken,
wat
op
den
duur
tot
slijtage
en
complicaties
kan
leiden.
mond
terugkomt,
en
soms
hoesten,
heesheid
of
moeite
met
slikken.
Complicaties
kunnen
esofagitis,
peptische
stenose,
Barrett-se
slokdarm
en
een
verhoogd
risico
op
slokdarmadenocarcinoom
zijn.
Behandeling
richt
zich
op
symptomatische
controle
en
ontstoppingspreventie:
leefstijlaanpassingen
(gewicht,
hoofd
van
bed
omhoog,
kleinere
maaltijden,
vermijden
van
zure
of
vette
voeding,
stoppen
met
roken),
medicatie
zoals
protonpompremmers
(PPI)
als
eerste
keuze,
soms
H2-blokkers
of
antacida.
Refracterie
kan
laparoscopische
fundoplicatie
of
andere
therapeutische
opties
overwegen.
Surveillance
is
belangrijk
bij
Barrett’s
slokdarm.