frequentiewoorden

Frequentiewoorden zijn woorden of uitdrukkingen die aangeven hoe vaak iets gebeurt of hoe regelmatig iets plaatsvindt. In het Nederlands behoren adverbia van frequentie tot deze categorie. Voorbeelden zijn altijd, meestal, vaak, soms, af en toe, zelden en nooit. Ook woorden die tijdsperioden aanduiden met een zekere herhaling, zoals dagelijks, wekelijks en maandelijks, kunnen als frequentiewoorden worden beschouwd omdat ze een patroon van herhaling aangeven.

Frequentiewoorden geven informatie over regulariteit en komen in verschillende registers voor, van alledaags taalgebruik tot onderwijs. Ze spelen een belangrijke rol bij het beschrijven van gewoontes en routines en worden vaak gebruikt in taalonderwijs, zodat studenten uitspraken kunnen maken over frequentie. In corpuslinguïstiek verschijnen ze ook in frequency lists en helpen ze bij het analyseren van taalgebruik en variatie over tijd en genres.

Wat betreft zinsbouw hebben adverbia van frequentie doorgaans een vaste positie. In hoofdzin komen ze meestal direct na het onderwerp en het vervoegde werkwoord of direct na de persoonsvorm, bijvoorbeeld: Ik ga vaak naar de sportschool. Zij werkt dagelijks. Plaatsing kan soms variëren voor nadruk, maar de neutrale positie is na het onderwerp en de werkwoordelijke kern.

Frequentiewoorden onderscheiden zich van andere tijds- of aanduidingswoorden doordat ze expliciet de regelmaat van een handeling beschrijven. Ze vormen een basiscategorie in lesmateriaal, taalkundige analyses en taalverwerving, omdat ze inzicht geven in ritmes en patronen van taalgebruik.