Home

fosfolipidenoppervlak

Fosfolipidenoppervlak verwijst naar het oppervlak dat fosfolipidemoleculen vormen in een waterige omgeving, bijvoorbeeld aan de buitenkant van een membraan of als monolagen op een wateroppervlak. Fosfolipiden zijn amphifiel: ze hebben een hydrofiele kop en twee hydrofoob gestapelde vetzuurstaarten. De kop bestaat meestal uit een glycerol-backbone met een fosfaatgroep en een polariteitspunt (headgroep) zoals choline, ethanolamine of serine. In water organiseren deze moleculen zich zodanig dat de kopgroepen water toestaan terwijl de staarten naar elkaar toe liggen, waardoor een stabiele structuur ontstaat.

In biologische membranen vormen fosfolipiden een bilayer: kopgroepen bevinden zich aan de waterige kanten van de

Fosfolipidenoppervlak vertoont temperatuurafhankelijke fases en dynamiek; bij verschillende samenstellingen kan overgaan plaatsvinden tussen een gelachtige en

cel
of
organelmembranen,
terwijl
de
hydrofobe
staarten
binnenkant
van
de
laag
liggen.
Daardoor
hebben
membranen
twee
bilaterale
bladlagen
met
een
hydrofobe
kern.
De
oppervlaktestructuur
is
beïnvloed
door
de
headgroepen,
de
lading
en
de
aanwezigheid
van
andere
lipiden
zoals
cholesterol.
Bij
fysiologische
pH-omstandigheden
is
de
kop
van
sommige
fosfolipiden
neutraal,
bij
andere
kan
deze
negatief
geladen
zijn,
wat
invloed
heeft
op
interacties
met
water,
ionen
en
eiwitten.
een
vloeibare
(liquid-crystalline)
fase.
Dit
heeft
invloed
op
vloeibaarheid
en
doorlaatbaarheid
van
de
membraan
en
op
de
manier
waarop
membraanproteïnen
zich
organiseren.
Experimenten
met
Langmuir-monolagen
geven
inzicht
in
oppervlakdruk
en
packingspatronen.
Fosfolipidenoppervlak
is
daarmee
fundamenteel
voor
begrip
van
membraanstructuur,
materiaaleigenschappen
en
biochemische
interacties.