Home

eliminatiehalfwaardetijd

Eliminatiehalfwaardetijd, vaak afgekort tot T1/2, is de tijd die verstrijkt totdat de hoeveelheid of concentratie van een stof in het lichaam met de helft is verminderd. Het is een kernbegrip in pharmacokinetiek en wordt toegepast op geneesmiddelen, toxines en biologische markeringen. De halfwaardetijd helpt bij doseringsplanning en bij het voorspellen van hoe lang een stof in het lichaam blijft.

Bij eenvoudige eliminatie volgt de afname een mono-exponentieel patroon: T1/2 = 0,693/k, waarbij k de eliminatiesnelheidsconstante is.

Factoren: lever- en nierfunctie, leeftijd, gewicht, genetische variaties in metabolisme, interacties met andere middelen, ziektebeelden en

Toepassingen: de halfwaardetijd bepaalt hoe vaak een medicijn moet worden toegediend en hoe lang een stof in

Variatie: waarden variëren sterk tussen stoffen en tussen individuen; ze kunnen variëren van minder dan een

---

De
halfwaardetijd
hangt
samen
met
klaring
en
het
verdelingsvolume.
In
meerfasemodellen
kan
ook
een
distributiefase
optreden;
de
terminale
halfwaardetijd
geeft
de
daadwerkelijke
eliminatie
weer.
voeding
kunnen
de
halfwaardetijd
vergroten
of
verkorten.
Ook
hydratatietoestand
en
pH
kunnen
in
sommige
gevallen
invloed
hebben.
het
lichaam
blijft.
Bij
regelmatige
dosering
bereikt
men
meestal
steady
state
na
circa
vier
tot
vijf
halfwaardetijden.
In
toxologie
en
farmacovigilance
wordt
de
term
gebruikt
om
risico's
en
duur
van
effecten
te
beoordelen.
uur
tot
meerdere
dagen
of
langer,
afhankelijk
van
de
stof
en
de
patiënt.