elektronenschillen
Elektronenschillen zijn energielagen rondom de atoomkern waarin elektronen zich bevinden volgens de regels van de kwantummechanica. Elke schil wordt geïdentificeerd door een hoofdkwantumgetal n (n = 1, 2, 3, …). De schil-energie neemt doorgaans af met afstand tot de kern, maar de invulvolgorde wordt bepaald door de subschillen en hun energieniveaus. De maximale capaciteit van een schil is 2n^2 elektronen.
Binnen een schil bestaan subschillen s, p, d en f. De maximale aantallen elektronen per subschil zijn
Elektronen vullen de schillen volgens het Aufbau-principe: eerst een lagere energetische schil vullen, daarna hogere. In
De buitenste schil, vaak de valentieschil genoemd, bepaalt veel van de chemische eigenschappen van een element,
Voorbeelden van elektronenconfiguraties: waterstof heeft 1s1; zuurstof heeft 1s2 2s2 2p4; neon heeft 1s2 2s2 2p6;