Home

ecosysteemgezondheid

Ecosysteemgezondheid is de algehele toestand van een ecosysteem en het vermogen om functies, structuur en diensten op lange termijn te handhaven, ondanks interne en externe stress. Het begrip omvat veerkracht en weerstand tegen verstoringen, de kwaliteit van habitats, biodiversiteit op soort- en genetisch niveau, en de continuïteit van cruciale ecosystemen zoals bossen, wetlands of kustgebieden.

Indicatoren die vaak worden gebruikt zijn onder meer soortenaantallen en -rijkdom, de samenstelling van gemeenschappen, habitatkwaliteit

Beoordeling van ecosysteemgezondheid gebeurt via monitoring, baselines en referentietoestanden, tijdreeksen en modellen. Het vereist vaak samenwerking

Het concept is van belang voor natuur- en waterbeheer, ruimtelijke planning en natuurbescherming. Het ondersteunt beslissingen

Uitdagingen bij het bepalen van ecosysteemgezondheid zijn onder meer contextafhankelijkheid, variatie tussen systemen, beperkte data en

en
-connectiviteit,
producten
van
ecologische
functies
zoals
primaire
productie
en
koolstofopslag,
en
de
veerkracht
tegen
verstoringen.
Externe
drukindicatoren
zoals
vervuiling,
fragmentatie,
invasieve
soorten
en
klimaatverandering
spelen
eveneens
een
rol.
Doel
is
om
een
holistisch
beeld
te
krijgen
van
gezondheid
over
tijd,
op
een
schaal
van
landschap
tot
regio.
tussen
overheden,
wetenschappers,
ondernemers
en
inwoners,
en
wordt
ondersteund
door
langetermijnobservaties
en
gerichte
evaluaties.
Op
basis
van
bevindingen
kunnen
beleidsmaatregelen
en
restauratie-initiatieven
worden
bijgestuurd
via
adaptief
management.
over
behoud,
herstel
en
waardering
van
ecosysteemdiensten
zoals
waterzuivering,
voedselvoorziening,
klimaatregulatie,
recreatie
en
culturele
waarden.
schaalverschillen.
Desondanks
vormt
het
begrip
een
nuttig
kader
voor
evaluatie
en
verbetering
van
de
manier
waarop
samenlevingen
met
ecosystemen
omgaan.