dierenemissie

Dierenemissie is de uitstoot van broeikasgassen die voortkomt uit dieren en dierlijke productie. De belangrijkste componenten zijn methaan (CH4), stikstofoxide (N2O) en ammoniak (NH3). Methaan ontstaat vooral bij enterische fermentatie in herkauwers zoals runderen, schapen en geiten, en bij de opslag en verwerking van mest. Ammoniak en stikstofoxide komen hoofdzakelijk uit mestbeheer en uitrijding van mest op velden.

De belangrijkste bronnen zijn enterische fermentatie bij ruminanten; mestopslag en -toepassing; en de productie, levering en verbruik van voer en energie voor de sector. Lokale luchtkwaliteit en geur kunnen ook beïnvloed worden door dierlijke huisvesting.

Emissies worden gewoonlijk uitgedrukt in CO2-equivalenten (CO2e) met GWPs op 100 jaar. Binnen de landbouw leveren methaan en N2O de grootste klimaatimpact, terwijl ammoniak vooral van belang is voor luchtkwaliteit en verzuring van wateren.

Mitigatie omvat onder meer het aanpassen van diëten en voeradditieven om enterische methaanproductie te verlagen, selectieve fok en betere gezondheidszorg voor efficiëntie, beter mestbeheer (opvang, anaerobe digestie, tijdige toepassing), en emissiearme stalontwerpen.

Beleid en onderzoek richten zich op het verminderen van dierenemissie via nationale en Europese maatregelen, zoals milieuregels en innovatie in dierlijke productie, voer en mestbeheer. Monitoring en rapportage volgen trends en beleidseffectiviteit.