Home

demyelinerende

Demyelinerende verwijst in de neurowetenschappen naar processen waarbij de myelineschede rondom zenuwvezels verloren gaat of beschadigt. Myeline fungeert als isolatie en versnelt de snelheid van zenuwgeleiding; bij demyelinerende schade verloopt signalering trager, met mogelijk geleidingsblok en verlies van functionele capaciteit als gevolg.

Demyelinerende aandoeningen kunnen zowel het centrale zenuwstelsel (CZS) als het perifere zenuwstelsel (PZS) betreffen. Voorbeelden in

Oorzaken variëren, maar veel demyelinerende aandoeningen zijn auto-immuun van aard. Ook kunnen infecties, toxische stoffen, metabolische

Pathofysiologisch leidt demyelination tot verminderde geleidingssnelheid en soms blokkeer van signalen. In het CZS kan demyelinisatie

Clinische presentatie varieert sterk afhankelijk van aangetaste zenuwbanen. Mogelijke verschijnselen zijn gevoelsstoornissen, spierzwakte, ataxie, coördinatiestoornissen en

Diagnostiek omvat beeldvorming (MRI) en liquoronderzoek bij CZS-gevallen, en elektrodiagnostiek bij PZS-verschijnselen. Behandeling is afhankelijk van

het
CZS
zijn
multiple
sclerose
(MS),
acute
disseminerende
encefalomyelitis
(ADEM)
en
neuromyelitis
optica
spectrum
disorder
(NMOSD).
Voorbeelden
in
het
PZS
zijn
Guillain-Barré-syndroom
(AIDP)
en
CIDP
(chronische
inflammatoire
demyeliniserende
polyneuropathie).
stoornissen
of
genetische
factoren
een
rol
spelen.
Vaak
gaat
demyelinisatie
gepaard
met
ontsteking;
bij
sommige
aandoeningen
kan
axonale
schade
optreden
na
initiële
demyelinisatie.
oligodendrocyten
aantasten;
in
het
PZS
Schwann-cellen.
Remyelinisatie
is
mogelijk
maar
vaak
incompleet,
waardoor
zenuwbanen
kwetsbaar
blijven
en
langer
herstel
nodig
is.
visusstoornissen
(bij
opticus
neuritis).
Sommige
aandoeningen
volgen
een
relapsing-remitting
patroon;
andere
hebben
een
continue
progressie.
de
oorzaak:
corticosteroïden
voor
acute
episodes,
plasmapherese
bij
refractaire
demyelinisatie,
en
ziektemodificerende
therapieën
bij
MS.
Revalidatie
en
symptoomgerichte
zorg
zijn
belangrijk.
Prognose
varieert
per
aandoening
en
kan
afhankelijk
zijn
van
de
mate
van
axonale
schade.