Home

contourlijnen

Contourlijnen, ook wel hoogte- of hoogtelijnen genoemd, zijn lijnen op een kaart die punten met gelijke hoogte ten opzichte van een referentieniveau met elkaar verbinden. Ze geven de vorm van het terrein weer en maken kenmerken zoals heuvels, dalen en plateaus afleesbaar zonder een 3D-weergave.

Het hoogteverschil tussen twee opeenvolgende contourlijnen heet het contourinterval. De afstand tussen lijnen geeft de helling

Contourlijnen worden vervaardigd uit meetgegevens zoals geodetische metingen, fotogrammetrie of LiDAR, en uit digitale hoogtebestanden (DEM).

Toepassingen zijn onder meer kaartmaak, ruimtelijke planning, civiele techniek, hydrologie en recreatie (wandkaarten). Ze helpen bij

Samengevat vormen contourlijnen een fundamenteel middel voor het begrijpen van topografie op kaarten en digitale ruimtelijke

van
het
terrein
weer:
krappe
afstanden
duiden
op
steile
hellingen,
wijde
afstanden
op
vlakter
terrein.
Door
de
volgorde
en
vorm
van
de
lijnen
ontstaat
een
beeld
van
het
reliëf:
rondom
een
bergtop
ontstaan
gesloten
cirkels,
terwijl
in
dalen
de
lijnen
zich
in
dalende
hoogten
voortzetten.
Depressies
kunnen
worden
aangegeven
met
speciale
markeringen
in
het
kaartwerk.
Moderne
kaarten
en
GIS-software
kunnen
op
basis
van
een
DEM
automatisch
contourlijnen
genereren
of
bestaande
lijnen
aanpassen.
het
inschatten
van
hoogteverschillen,
drainagepatronen
en
constructieberekeningen.
Beperkingen
zijn
onder
meer
afhankelijkheid
van
de
kwaliteit
en
schaal
van
de
data
en
het
gegeven
dat
contourlijnen
geen
exacte
oppervlaktebeschrijving
geven;
bij
lage
resolutie
kan
de
informatie
misleidend
zijn
en
kan
verticale
vervorming
optreden
bij
schaalconversies.
data.