Home

broeikasgassen

Broeikasgassen zijn gassen in de aardatmosfeer die infrarode straling van het aardoppervlak absorberen en zo het natuurlijke broeikaseffect versterken. Daardoor blijft warmte beter vastzitten in de lagere atmosfeer en op het aardoppervlak, wat een regulerend effect heeft op de temperatuur van de planeet. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van de concentraties en eigenschappen van de verschillende gassen.

De belangrijkste broeikasgassen zijn waterdamp (H2O), kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide of lachgas (N2O) en troposferisch

Bronnen en tijdschalen variëren: waterdamp blijft relatief kort in de atmosfeer en reageert op temperatuur. CO2

Impact en beleid: toenemende broeikasgassen leiden tot klimaatverandering, met opwarming, veranderingen in neerslagpatronen, zeeniveau stijging en

ozon
(O3).
Daarnaast
spelen
fluorhoudende
gassen
zoals
CFK’s
(chlorofluorkoolwaterstoffen),
HFK’s
(fluorkoolwaterstoffen),
PFK’s
(perfluorkoolwaterstoffen)
en
SF6
een
significante
rol.
Waterdamp
is
het
meest
overvloedig,
maar
zijn
hoeveelheid
hangt
sterk
af
van
de
temperatuur.
CO2,
CH4
en
N2O
komen
vooral
door
menselijke
activiteiten
voort,
zoals
verbranding
van
fossiele
brandstoffen,
industrie,
landbouw
en
ontbossing.
Deze
gassen
kunnen
ook
lang
blijven
bestaan
en
dragen
langdurig
bij
aan
het
broeikaseffect.
kan
eeuwen
tot
millennia
in
de
lucht
blijven,
methaan
wordt
meestal
voor
een
decennium
tot
enkele
decennia
aangetroffen,
en
N2O
leeft
tientallen
tot
ruim
honderd
jaar.
Fluorhoudende
gassen
kunnen
afhankelijk
van
soort
en
toepassing
eveneens
lange
perioden
in
de
atmosfeer
blijven.
ecosystemen
onder
druk.
Beoordeling
gebeurt
via
concepten
als
radiatieve
forcering
en
globale
warming
potential.
Beleid
richt
zich
op
het
terugdringen
van
uitstoot,
energietransitie,
efficiëntie,
koolstofopslag
en
internationale
afspraken
zoals
het
Parijsakkoord,
ondersteund
door
meetnetten
en
monitoring.