brandstofcellen
Brandstofcellen zijn elektrochemische apparaten die chemische energie van een brandstof, meestal waterstof, direct omzetten in elektriciteit, warmte en water. In tegenstelling tot verbranding ontstaan geen stikstofoxiden of kooldioxide bij zuivere waterstof. Bij gebruik van waterstof levert de cel hoofdzakelijk water als bijproduct, plus warmte.
Werking: een brandstofcel bevat twee elektroden gescheiden door een elektrolyt. De brandstof reageert aan de anode,
Typen: PEMFC (protonenuitwisselingmembraan), PAFC (fosforzuur), AFC (alkaline), MCFC (molten carbonate) en SOFC (solid oxide). PEMFCs werken
Toepassingen en efficiëntie: brandstofcellen worden gebruikt in transport, stationaire opwekking en noodstroom. Elektrische efficiëntie ligt meestal
Uitdagingen: kosten van systemen en katalysatoren, duurzaamheid van stacks, en infrastructuur voor productie, opslag en distributie
Milieu en energie: bij groen waterstof, geproduceerd met hernieuwbare elektriciteit, bieden brandstofcellen een schone technologie met
Geschiedenis: het concept dateert uit 1839 bij William Grove; in de jaren 1960-1970 werd de technologie verder