bouwnaden

Bouwnaden zijn in de bouw deliberate geplaatste voegen tussen bouwdelen of tussen opeenvolgende stortfasen van beton. Ze ontstaan bij het storten van beton wanneer een volgend deel na een eerdere pauze wordt gevuld, maar komen ook voor bij samengevoegde prefab-elementen. Het doel is om bewegingen te kunnen opvangen en om de bouwplanning mogelijk te maken, terwijl ook inspectie en onderhoud mogelijk blijven.

De belangrijkste functies van bouwnaden zijn het beperken van onwenselijke krimp- en temperatuurscheurvorming, het bieden van ruimte voor zetting en spanningen door veranderende omstandigheden, en het mogelijk maken van een gecontroleerde scheiding tussen constructiedelen. Bouwnaden kunnen zowel constructief zijn, waarbij een zekere mate van continuïteit vereist is (bijvoorbeeld door ontbrekende of verborgen dwarsliggers), als niet-constructief, waarbij de twee zijden beperkt aan elkaar moeten blijven.

In de uitvoering worden bouwnaden vaak voorzien van extra voorzieningen zoals hechtingsbelemmering (bijvoorbeeld een bonding-break) om bonding tussen de twee zijden te voorkomen, of juist met dwarsliggers of sleutelprofielen om scheurvorming te beheersen en laterische belastingoverdracht toe te staan. De voeg wordt meestal afgedicht met flexibele materialen zoals kit of polyurethaanschuim, aangevuld met een backer rod om een goede vulmaat en beweging mogelijk te maken. Soms worden extra waterdichte maatregelen toegepast, zoals waterstops of membranen, afhankelijk van de functionele eis van de voeg.

Bouwnaden zijn veelvoorkomend in betonnen vloeren, wanden, funderingen en bij prefab-elementen. Ze vereisen ontwerp en afstemming met bouwvoorwaarden en bouwcodes om duurzaamheid en waterdichtheid te waarborgen.