bochtverhoudingen
Bochtverhoudingen is een term die in civiele techniek en verkeerstoepassingen wordt gebruikt om de krommingskenmerken van bochten in wegen, spoorlijnen en waterwegen te beschrijven. De term verwijst naar hoe scherp een bocht is en hoe lang deze duurt, en speelt een rol bij ontwerpkeuzes, veiligheid en snelheid. In Nederland en Vlaanderen komt het begrip vaak voor in richtlijnen voor wegontwerp en verkeersonderzoek.
De meest gangbare wiskundige interpretatie van bochtverhoudingen is de verhouding tussen de bochtlengte (L) en de
Toepassingen en betekenis: bochtverhoudingen worden gebruikt bij het beoordelen van rijveiligheid, zichtafstand en benodigde helling (superelevatie).
Metingen vinden doorgaans plaats op basis van directoren en alignments uit landmeetkunde, met normen die aangeven