Home

bloedingsprocessen

Bloedingsprocessen, in medische literatuur ook wel hemostase genoemd, beschrijven de fysiologische mechanismen die bloedverlies na vaatbeschadiging stoppen en het beschadigde gebied stabiliseren.

Bij vaatbeschadiging treedt snelle vasoconstrictie op. Bloedplaatjes hechten aan het onderliggende weefsel, gebonden aan von Willebrand

Secundaire hemostase houdt een coagulatieroute in die intrinsieke en extrinsieke systemen omvat. Deze systemen activeren factor

Beëindiging en regulering van bloedingen verlopen via anticoagulante pathways en fibrinolyse. Antitrombine III, proteïne C/S en

Stoornissen in bloedingsprocessen kunnen leiden tot overmatig bloeden of ongecontroleerde trombose. Voorbeelden zijn hemofilie A en

In de kliniek zijn bloedingsprocessen essentieel voor wondenherstel en voorkomen van verder bloedverlies, maar vereisen evenwicht

factor,
en
vormen
zo
een
primaire
plug.
Geactiveerde
plaatjes
geven
granulaire
inhoud
vrij
(ADP,
tromboxaan
A2),
wat
verdere
plaatjesactivatie
en
adhesie
stimuleert
en
zo
de
plug
uitbreidt.
X,
hetgeen
leidt
tot
omzetting
van
protrombine
in
trombine.
Trombine
converteert
fibrinogeen
tot
fibrine,
waardoor
een
stevig
fibrine-netwerk
ontstaat
dat
de
plaatjesplug
stabiliseert.
Factor
XIII
cross-linkt
fibrine
en
verhoogt
de
sterkte
van
het
stolsel.
TFPI
beperken
de
stollingsreactie.
Plasminogeen
wordt
door
weefselplasminoge
activator
(tPA)
omgezet
in
plasmin,
wat
fibrine-afbraak
en
stolseloplossing
mogelijk
maakt.
B,
von
Willebrand
ziekte
en
trombocytopenie.
Antistollings-
of
antitrombotische
medicijnen,
zoals
vitamine
K-antagonisten
of
DOACs,
beïnvloeden
deze
processen.
Diagnostische
tests
zoals
PT/INR,
aPTT
en
plaatjesfunctietesten
worden
gebruikt
om
afwijkingen
te
evalueren.
tussen
genezing
en
risico
op
trombose.