Home

bewegingsverschijnselen

Bewegingsverschijnselen is een breed begrip dat verwijst naar afwijkingen in het bewegen die kunnen worden waargenomen bij mensen. Ze kunnen voortkomen uit storingen in het zenuwstelsel, de zenuwen naar de spieren of de spieren zelf, en kunnen zowel onwillekeurig als doelbewust uitgevoerd bewegingspatronen betreffen. De verschijnselen kunnen tijdelijk of chronisch zijn en variëren in aard, ernst en snelheid.

In de medische literatuur worden vaak verschillende categorieën onderscheiden. Tremor is trillen of beven meestal in

Oorzaken van bewegingsverschijnselen zijn divers en variëren van primaire neurologische ziekten (bijv. Parkinson, Huntington, dystonie) tot

Behandeling richt zich op de oorzaak en op symptoomgericht beheer. Dit kan bestaan uit medicatie aanpassingen,

rust
of
bij
beweging.
Chorea
verwijst
naar
onregelmatige,
vloeiende
en
ongecontroleerde
bewegingen.
Dystonie
zorgt
voor
ongewenste
spiersamentrekkingen
met
abnormale
houdingen
of
draaiingen.
Athetose
is
langzamere,
kronkelende
bewegingen,
vaak
in
vingers
of
tenen.
Myoclonus
zijn
plotselinge
korte
samentrekkingen.
Tics
zijn
snelle,
herhaalde
en
stereotypische
bewegingen
of
geluiden.
Stereotypieën
en
ballistische
bewegingen
beschrijven
herhaalde,
samenhangende
bewegingen
of
plotselinge
krachtige
bewegingen.
Naast
deze
categorisaties
kunnen
verschijnselen
ook
bestaan
uit
bradykinesie
(langzamer
bewegen)
en
rigiditeit,
die
vaak
voorkomen
bij
aandoeningen
zoals
parkinsonisme
maar
niet
altijd
zelfstandig
als
bewegingstoonbeeld
gezien
worden.
secundaire
oorzaken
zoals
medicijnbijwerkingen
(bijvoorbeeld
antipsychotica),
metabolische
stoornissen,
stofwisselingsaandoeningen,
beroertes
of
ontstekingen.
Het
klinische
beeld
wordt
meestal
aangevuld
met
video-observatie,
neurologisch
onderzoek,
indien
nodig
EMG,
en
beeldvorming
om
de
onderliggende
oorzaak
te
identificeren.
botuline-toxine
bij
focal
dystonie,
fysiotherapie,
en
in
sommige
gevallen
diepe
hersenstimulatie.
Door
een
combinatie
van
beoordeling
en
individuele
afstemming
kunnen
bewegingsverschijnselen
vaak
beter
bestuurd
worden.