afslaand

Afslaand is a Dutch adjective formed as the present participle of the verb afslaan (to reject, to turn down). It describes a person or thing that refuses offers, proposals, or requests, emphasizing the act of rejection. The term can carry a more formal or literary tone than more common synonyms such as afwijzend or weigend.

Grammatically, afslaand can function predicatively after linking verbs (Het voorstel was afslaand) and can modify a noun attributively, often appearing as afslaande before the noun (de afslaande houding, het afslaande antwoord, een afslaande toon). The exact form adapts to Dutch adjective inflection rules depending on position and definiteness.

Usage and nuance: afslaand is understood across Dutch varieties but is less common in everyday speech than afwijzend. It tends to appear in written Dutch, formal discourse, or descriptive narration where the emphasis is on the act of refusal rather than a general disposition.

Etymology: afslaand derives from the verb afslaan, with the -end suffix forming the present participle used as an adjective.

See also: afwijzend, weigeren, afwijzing, afslaan.

Examples: Een afslaande houding kan de onderhandelingen bemoeilijken. Het afslaande antwoord maakte het aanbod uiteindelijk onmogelijk. Een afslaande toon in zijn stem maakte duidelijk dat hij niet akkoord ging.