aanmaakt

Aanmaken is een Nederlands werkwoord dat betekent: iets nieuw creëren of tot stand brengen. In de praktijk gaat het vaak om het initiëren van iets digitaal: een account aanmaken, een bestand aanmaken, een afspraak aanmaken, of een database aanmaken. Het duidt het proces van starten of genereren aan.

Grammaticaal gezien is aanmaken een separabel werkwoord. In de tegenwoordige tijd wordt het meestal gespeld als twee woorden: ik maak een account aan; hij maakt een account aan. De voltooide tijd gebruikt het participium aangemaakt: ik heb een account aangemaakt. De verleden tijd kan ook: hij maakte een account aan.

Etymologie: het woord is samengesteld uit aan- (een prefix die initiatief of starten aanduidt) en maken (to make).

Toepassingsgebieden: in IT en administratieve contexten komt aanmaken veel voor, bijvoorbeeld voor gebruikersbeheer, data-invoer en configuratie. In bredere zin kan het ook verwijzen naar het opzetten van processen of materialen, zoals het aanmaken van facturen in een boekhoudsysteem of een rapport in een managementtool.

Synoniemen en nuance: alternatieven zijn creëren, genereren of opzetten, afhankelijk van de gewenste nuance. Het onderscheid met opzetten ligt vaak in de specifieke regel- of infrastructuurmatige aard van de handeling, terwijl aanmaken meer gericht is op het beginnen of genereren van een nieuw object.

Gerelateerde termen: aangemaakt (participium), aanmaken (infinitief). Let op: in standaard tegenwoordige tijd is de juiste spelling twee woorden (maakt aan), niet één samengestelde vorm.