Home

aangezichtsschedel

De aangezichtsschedel, ook wel viscerocranium genoemd, is het deel van de schedel dat het gezicht vormt en beschermt. Het bestaat uit 14 botten: twee maxillae (bovenkaak), twee os zygomaticum (jukbeenderen), twee ossa nasalia (neusbeenderen), twee os lacrimale (traanbeenderen), twee conchae nasales inferiores (onderste neusschelpen), twee palatina (harde gehemeltebotten), vomer en mandible. Deze botten vormen samen de onder- en zijkanten van de schedel en begrenzen de oogkassen, neusholte en mondholte. De tanden zitten in de maxillae en de mandible, waardoor de aangezichtsschedel een cruciale rol speelt bij kauwen en spraak.

Het aangezichtsskelet articuleert met het neurocranium via verschillende suturen en vormt de grenzen van de orbitale

Klinisch gezien is de aangezichtsschedel gevoelig voor letsel, vooral bij trauma. Fracturen van het aangezicht worden

holtes,
de
neusholte
en
de
mondholte.
Ontwikkeling
vindt
grotendeels
plaats
door
intramembraan
ossificatie
uit
mesenchym
dat
uit
neural
crest-cellen
afkomstig
is;
enkele
onderdelen
(zoals
delen
van
de
mandibula)
vertonen
daarnaast
endochondrale
ossificatie
bij
de
condyl.
gecategoriseerd
en
omvatten
onder
meer
Le
Fort-fracturen
(I,
II
en
III)
die
de
maxilla
en
aangrenzende
structuren
raken,
evenals
fracturen
van
de
jukbeenderen,
orbita
en
mandibula.
Ook
afwijkingen
in
occlusie,
gezichtsasymmetrie
en
congenitale
anomalieën
komen
voor.