Home

Zoetwater

Zoetwater is water met een lage zoutconcentratie. In de wetenschappelijke literatuur spreekt men meestal van zoetwater wanneer het zoutgehalte minder dan ongeveer 0,5 g/L is, oftewel minder dan 0,5 promille. Zoetwater ontstaat voornamelijk door neerslag en smeltwater en komt voor in rivieren, meren, moerassen en ondergrondse bronnen zoals grondwater. Het grootste deel van het aardoppervlak bestaat uit zout water, waardoor zoetwater relatief schaars is en een beperkte hoeveelheid voor menselijke en ecosysteemdoeleinden beschikbaar is.

Kenmerken van zoetwater zijn onder meer de lage zoutconcentratie, variërende temperatuur en zuurstofniveaus die afhangen van

Ecologisch gezien vormen zoetwaterlichamen diverse leefgemeenschappen met vissen, amfibieën, ongewervelde dieren en waterplanten. Moerassen en wetlands

Menselijk gebruik van zoetwater omvat drinkwater, irrigatie voor landbouw, industriële processen en energieproductie, evenals recreatie en

belichting
en
activiteit
in
het
water.
De
zuurgraad
(pH)
varieert
afhankelijk
van
geografie
en
geschiedenis
van
verontreiniging.
Zoetwater
kan
stilstaand
zijn,
zoals
in
meren
en
moerassen,
of
stromend,
zoals
in
rivieren
en
bekkens.
De
waterkwaliteit
wordt
bepaald
door
factoren
zoals
opgeloste
mineralen,
nutriënten
en
organische
stoffen,
die
de
biodiversiteit
en
productie
beïnvloeden.
leveren
belangrijke
ecosystemale
diensten,
zoals
waterzuivering,
opslag
van
overstromingen
en
habitat
voor
kwetsbare
soorten.
transport.
Beheer
van
zoetwater
richt
zich
op
waterkwaliteit
en
beschikbaarheid,
waardoor
overmatige
onttrekking,
vervuiling,
eutrofiëring
en
verlies
van
habitats
worden
bestreden
met
maatregelen
zoals
waterkwaliteitsnormen,
toewijzing
van
bronnen
en
habitatbescherming.