Home

Windcirculatie

Windcirculatie is het patroon van luchtstromen in de atmosfeer op wereldschaal dat warmte en vocht over het aardoppervlak verdeelt. Het ontstaat door de ongelijke verdeling van zonne-energie, de draaiing van de aarde en de interactie tussen warme en koude luchtmassa’s. Op grote schaal verdeelt de mondiale circulatie het klimaat in drie globale cellen per hemisfeer: de Hadley-cel, de Ferrel-cel en de Polaire cel. Door sterke opwarming bij de evenaar stijgt lucht op en koelt af als ze naar de polen beweegt, waarna ze daalt. De Corioliskracht buigt deze luchtstromen af, waardoor de windpatronen richting krijgen: in het noordelijk halfrond buigen winden naar rechts en in het zuidelijk halfrond naar links.

Het resultaat zijn kenmerkende windbanden: de passaatwinden die vanuit subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar stromen (noordoostelijk

Op lokaal tot regionaal niveau ontstaan windpatronen door land-watercontrasten en terrein. Voorbeelden zijn zee- en landwinds,

Windcirculatie speelt een cruciale rol in het verdelen van warmte en vocht en daarmee in het wereldklimaat

in
het
noordelijk
halfrond,
zuidoostelijk
in
het
zuidelijk
halfrond),
de
winden
uit
het
westen
in
de
gematigde
breedten
en
de
polaire
oostenwinden
nabij
de
polen.
Rond
de
evenaar
ligt
de
ITCZ,
een
zone
van
sterke
convectie
en
veel
regen.
De
positie
en
intensiteit
van
deze
systemen
wisselen
met
het
seizoen
en
met
langetermijnveranderingen
in
het
klimaat.
berg-/vallei-winden,
katabatische
en
anabatische
winden,
en
föhnachtige
verschijnselen
zoals
de
Chinook
en
de
Föhn.
Deze
winden
kunnen
lokaal
de
temperatuur
en
neerslag
sterk
beïnvloeden
en
zo
droogte-
of
natte
periodes
veroorzaken.
en
het
weer.
Veranderingen
in
deze
circulatiepatronen,
beïnvloed
door
ENSO
en
klimaatverandering,
kunnen
regionale
weerspatronen
en
neerslag
beïnvloeden.