Home

Vriespunt

Vriespunt is de temperatuur waarbij een vloeistof bevriest bij een gegeven druk, meestal bij 1 atmosfeer. Bij zuiver water ligt het vriespunt onder deze druk precies op 0 graden Celsius; voor veel oplossingen is het vriespunt lager door vriespuntdaling. Het vriespunt is een belangrijk kenmerk in de fysico-chemie en blijkt uit het gedrag van oplossingen bij afkoeling.

Een belangrijke relatie is de vriespuntdaling, uitgedrukt door de vergelijking ΔT_f = i · K_f · m. Hierin is

Factoren die het vriespunt beïnvloeden zijn onder meer de aard en hoeveelheid opgeloste deeltjes, druk (voor

Zie ook: fase diagrammen, vriespuntdaling, cryoscopie, eutectische systemen.

ΔT_f
de
daling
van
het
vriespunt
ten
opzichte
van
het
pure
solvent,
i
de
van't
Hoff-factor
(hoeveel
deeltje(n)
de
oplossing
opleveren
per
opgeloste
deeltje),
K_f
de
cryoscopische
constante
van
het
oplosmiddel
en
m
de
molaliteit
van
de
oplossing.
Voor
water
bedraagt
K_f
ongeveer
1,86
°C·kg/mol.
Bij
een
1
mol/kg
oplossing
van
NaCl
(i≈2)
is
de
vriespuntdaling
dus
ongeveer
ΔT_f
≈
3,7
°C,
wat
leidt
tot
een
vriespunt
van
ongeveer
−3,7
°C.
Zo’n
depresseurende
werking
geldt
ook
voor
andere
zouten
en
suikerachtige
stoffen;
de
mate
hangt
af
van
stofklasse
en
concentratie.
vloeistoffen
bij
normale
druk
weinig
invloed)
en
het
fysieke
gedrag
zoals
onderkoeling.
Het
begrip
vriespunt
heeft
toepassingen
in
onder
meer
wegenbouw
(strooizout
verlaagt
het
vriespunt
van
hemelwater
om
ijsvorming
te
voorkomen),
antivriesmiddelen
in
voertuigen
(verlaging
van
het
vriespunt
van
koelvloeistoffen),
en
cryoscopie
(het
bepalen
van
molaire
massa
via
vriespuntdaling).