Voortplantingsweefsels

Voortplantingsweefsels zijn weefsels met als hoofdtaak de voortplanting. Ze komen voor bij uiteenlopende organismen en zijn betrokken bij de productie van gameten en de aanmaak van hormonen die de reproductieve ontwikkeling sturen. In het algemeen omvatten deze weefsels zowel de cellen en organen die gameten vormen als de structuren die nodig zijn voor bevruchting en de daaropvolgende ontwikkeling.

Bij dieren verwijst de term meestal naar de gonaden: teelballen bij mannelijke individuen en eierstokken bij vrouwelijke individuen. Deze weefsels produceren spermacellen en eicellen en scheiden geslachtshormonen uit zoals testosteron, oestrogeen en progesteron. Spermatogenese vindt plaats in de teelballen en oögenese in de eierstokken. De rijping en reproductieve functionaliteit worden gereguleerd door hypothalamus-hypofyse-hormonale as, met name FSH en LH. Naast gameten spelen voortplantingsweefsels een rol bij de transport- en organische ondersteuning van bevruchting en bij de regulatie van secundaire geslachtskenmerken.

Bij planten bevinden voortplantingsweefsels zich meestal in bloemstructuren. Meeldraden produceren stuifmeel; stamper bevat stigma en stijl en de ovary (ovarium) bevat de ovules. Pollinatie brengt stuifmeel op het stigma, waarna een stuifbuis zich naar de ovule uitbreidt en bevruchting plaatsvindt. Bij veel bloemigen leidt dit tot dubbele bevruchting, waardoor zygote en endosperm ontstaan. De ontwikkeling van deze weefsels wordt beïnvloed door hormonale signalen en milieu-factoren zoals licht en temperatuur, en vindt meestal plaats vanuit meristeembedekte weefsellagen.