Home

Uitvoeringscontexten

Uitvoeringscontexten verwijzen naar de set van omstandigheden waaronder een stuk software of een taak wordt uitgevoerd. Deze context omvat hardware en besturingssysteem, een eventuele runtime-omgeving, toegewezen geheugen en bronnen, geïnstalleerde bibliotheken en afhankelijkheden, configuratie-instellingen, beveiligingsrechten en de aanwezige gegevens en netwerkomstandigheden. De context bepaalt wat code mag zien en doen tijdens uitvoering.

In de praktijk onderscheiden we verschillende lagen van uitvoeringscontexten: proces- of thread-context, runtime-context (bijv. een JVM-,

Het doel van uitvoeringscontexten is consistentie, isolatie en beveiliging. Ze zorgen ervoor dat gedrag van een

Voorbeelden zijn onder meer een webapplicatie die in meerdere browser-tabcontexten draait, een mobiele app met een

Beheer van uitvoeringscontexten verloopt via configuratie, omgevingsvariabelen, secrets management, en containerisering of virtuele machines. Infrastructuur als

Zie ook: runtime-omgeving, beveiligingscontext, uitvoeringomgeving, containerisatie.

.NET-
of
Node.js-context),
beveiligingscontext
(identiteit,
rollen
en
machtigingen)
en
operationele
context
(ontwikkel-,
test-,
acceptatie-
en
productieomgevingen).
Daarnaast
kan
een
hostingcontext
ontstaan
door
virtualisatie
of
containerisatie,
waardoor
isolatie
en
resource-beperking
mogelijk
worden.
applicatie
voorspelbaar
blijft
bij
leveringen
naar
verschillende
omgevingen
en
helpen
bij
debugging
en
reproduceerbare
deployment.
Door
contexten
te
expliciteren
kunnen
bugs
en
beveiligingsrisico’s
sneller
worden
opgespoord
en
geminimaliseerd.
specifieke
OS-
en
device-context,
of
een
serverless
functie
die
draait
in
een
kortlevende,
geïsoleerde
context
met
eigen
omgevingsvariabelen.
code
en
deployment
pipelines
dragen
bij
aan
consistente
toepassing
van
de
juiste
context
per
omgeving.
Uitdagingen
zijn
contextdrift,
veiligheidsrisico’s
door
verkeerde
configuraties
en
overhead
van
context-switching
en
resource-beperking.