Teeltechnieken

Teeltechnieken verwijzen naar de methoden om thee te zetten, met aandacht voor extractie van smaak, aroma en body. De techniek varieert per theesoort, cultuur en persoonlijke voorkeur. Belangrijke factoren zijn watertemperatuur, infusietijd, verhouding thee en water, theebladeren en waterkwaliteit.

Basisprincipes: doorgaans wordt 2 tot 3 gram losse thee per 200 tot 250 ml water gebruikt. Groene en witte theesoorten hebben meestal lagere temperaturen en kortere infusies dan zwarte of oolong. Na de eerste ronde kan men de tijd of temperatuur aanpassen voor een tweede infusie.

Bij infusie met heet water ligt de temperatuur voor groene thee meestal tussen 60 en 85°C met een infusietijd van 1 tot 3 minuten; voor witte thee 70–85°C en 4–6 minuten; voor zwarte thee 90–100°C en 2–5 minuten; voor oolong circa 85–95°C en 3–5 minuten. De exacte tijden variëren per soort en bladgrootte. Koude zet, of cold brew, gebeurt door thee in koud water te laten trekken gedurende 6–12 uur, wat resulteert in een milde smaak. Kruidenthee kan vaak met water bij circa 95°C of hoger worden gezet en heeft vaak 5–10 minuten infusie, afhankelijk van de ingrediënten.

Speciale methoden bestaan zoals gongfu-cha, waarbij kleine theepotten en meerdere korte infusies worden gebruikt, terwijl westerse zetmethoden doorgaans één tot twee langere infusies opleveren. Reinfusie is mogelijk bij veel theesoorten; smaken verschuiven per zet en de infusietijd kan per ronde worden verhoogd. Tot slot beïnvloeden waterkwaliteit en temperatuurbeheersing het eindresultaat; accessoires zoals theepotten, infusers of gaiwan zijn optioneel en afhankelijk van voorkeur.