Home

Samenloop

Samenloop is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat verwijst naar het gelijktijdig of opeenvolgend optreden van twee of meer gebeurtenissen of factoren. Het impliceert vaak een samenhang of convergentie van omstandigheden, maar laat meestal ruimte voor interpretatie over een mogelijke oorzaak. Een samenloop hoeft daarom geen duidelijke oorzaak-gevolg-relatie aan te geven.

Het woord is opgebouwd uit samen (samen) en loop (verloop, koers) en duidt op een gezamenlijk verloop

In het dagelijks taalgebruik wordt samenloop gebruikt om een toevallige of opvallende combinatie van omstandigheden te

In een streng wetenschappelijke context spreekt men vaker over correlatie of causale relatie; samenloop laat ruimte

Voorbeelden: een samenloop van factoren als economische teruggang, dalende voorraden en slecht weer kan leiden tot

Zie ook: toeval, coïncidentie, correlatie.

of
samenval
van
gebeurtenissen.
beschrijven,
zoals
“er
was
een
samenloop
van
gebeurtenissen
die
het
plan
mogelijk
maakten”.
In
de
journalistiek
en
bij
risicobeoordeling
wordt
de
term
ook
gebruikt
om
te
verwijzen
naar
het
samenkomen
van
factoren
die
gezamenlijk
een
uitkomst
beïnvloeden.
voor
interpretatie
en
beschrijft
eerder
wat
er
gebeurt
dan
waarom
het
gebeurt.
een
producttekort.
Een
toevallige
samenloop
van
ontmoetingen
kan
tot
onverwachte
samenwerking
leiden.