Ondoorlatend

Ondoorlatend is een eigenschap van een materiaal of constructie waardoor deze geen vloeistoffen of gassen doorlaten onder bepaalde voorwaarden. Het tegenovergestelde is doorlatend of permeabel. De mate van ondoorlatendheid hangt af van de materialen, de structuur en de ruwheid van de oppervlakken, evenals de druk, temperatuur en de aard van de doorgelaten stof.

De term wordt breed toegepast in verschillende vakgebieden. In de bouw en infrastructuur verwijst ondoorlatendheid vaak naar waterdichte of gasdichte membranen, damen, linerlagen en afdichtingen die lekken voorkomen. In de chemie en verpakkingstechnologie gaat het om barrièrematerialen die de transmissie van zuurstof, kooldioxide of waterdamp beperken. In de geotechniek en bodemwetenschap speelt ondoorlatendheid een rol bij waterretentie en scheiding van vloeistoffen, bijvoorbeeld bij liners van afvalstorten of vloeistofdichte barrières.

Het meten van ondoorlatendheid gebeurt meestal met parameters zoals waterdoorlatendheid of gasdoorlatendheid, onder gestelde testomstandigheden. Deze tests kunnen afhankelijk van de toepassing variëren en houden rekening met factoren als druk, temperatuur en de aard van de te voorkomen stof.

Veelvoorkomende voorbeelden van ondoorlatende toepassingen zijn waterdichte bouwnaden, dampremmende folies in constructies, barrières in verpakkingen die de houdbaarheid verlengen, en beschermende kleding met water- of oliemantel. Nadelen kunnen onder meer zijn verminderde ademendheid en gevoeligheid voor beschadiging, waardoor integriteit en inspectie cruciaal zijn voor langdurig behoud van de ondoorlatendheid.