Home

Klierkanalen

Klierkanalen zijn de ductale structuren van exocriene klieren die secreties van de secretory units afvoeren naar een klierafvoeropening of rechtstreeks naar een lichaamsoppervlak. Ze vormen het ductale systeem waarmee kliersecreties uiteindelijk hun doel bereiken, bijvoorbeeld in de mondholte, op de huid of in het darmlumen. Exocriene klieren kunnen eenvoudige of vertakte (compound) ductsystemen hebben. Binnen veel klieren onderscheiden men segmenten zoals intercalated ducts en gestreepte (striate) ducts, die uitmonden in grotere ducten. De bekleding van de kanalen varieert van eenvoudig kubisch tot cilindrisch epitheel, afhankelijk van het ductsegment; rondom kliercellen bevinden zich vaak myoepitheliale cellen die helpen bij het uitdrijven van secretie.

Functie en kenmerken: klierkanalen transporteren secreties van de secretory units naar de uitgang. In de ducten

Ontwikkeling en klinische relevantie: ductale structuren ontstaan door vertakkingsdiffentiatie van epitheel tijdens de embryonale ontwikkeling. Blokkades,

In tegenstelling tot klieren zonder kanalen, end criene klieren, missen klierkanalen en geven ze secrets rechtstreeks

kannerestitic
ionen-
en
watertransport
plaatsvinden,
waardoor
de
samenstelling
van
de
secretie
kan
veranderen
voordat
deze
aan
het
oppervlak
of
in
het
lumen
wordt
uitgescheiden.
Voorbeelden
van
klieren
met
ductale
systemen
zijn
speekselklieren,
pijnloze
zweetklieren,
alvleesklier
en
melkklieren.
zoals
sialolithiasis
in
speekselklieren
of
ductale
atresie,
kunnen
de
afvoer
van
secretie
belemmeren.
Tumoren
kunnen
ductale
epithelen
aantasten
en
leiden
tot
veranderingen
in
secretiebeweging
of
doorbloeding.
af
aan
de
bloedvaten.