Home

Instructiesetarchitectuur

Instructiesetarchitectuur (ISA) is het abstracte model van een processor dat de set van uitvoerbare instructies, de encoding van die instructies, de toegepaste adresseringsmodi, de ondersteunde gegevens-typen, de registers en het geheugenmodel omvat. Het definieert de interface tussen software en hardware en bepaalt hoe programma's worden geschreven en uitgevoerd op een gegeven computerplatform.

Belangrijke componenten zijn onder meer: de instructieset (operation codes en format), de registers en hun aantal,

ISA versus microarchitectuur: de ISA beschrijft wat software van het hardwareplatform mag verwachten; de microarchitectuur beschrijft

Ontwerpkeuzes en afwegingen: er bestaan RISC- en CISC-ontwerpen, vaste versus variabele lengte van instructies, code-dichtheid versus

Voorbeelden: x86, ARM, MIPS, SPARC en de moderne open standaard RISC-V. Endianness en compilerondersteuning zijn ook

Historisch heeft de ISA invloed op prestaties, beveiliging, virtuele machines en besturingssysteemplatforms. ISA's evolueren met nieuwe

de
toegepaste
adresseringsmodi,
de
ondersteunde
gegevens-typen
en
lengtes,
het
geheugenmodel
inclusief
eindianheid
en
caching,
en
regels
voor
uitzondering
en
onderbrekingen.
De
ISA
specificeert
ook
hoe
de
controle
en
datapath
samenwerken
om
een
instructie
uit
te
voeren.
hoe
die
instructies
daadwerkelijk
worden
uitgevoerd
(pijplining,
caches,
uitwijkingen).
Eenzelfde
ISA
kan
op
verschillende
microarchitecturen
worden
geïmplementeerd.
uitvoeringsefficiëntie,
en
de
impact
op
compilers
en
taalontwerpen.
De
ISA
beïnvloedt
softwarecompatibiliteit
en
portabiliteit
tussen
hardwaregeneraties.
belangrijke
aspecten
van
een
ISA.
toepassingen
zoals
embedded
systemen,
high-performance
computing
en
cloudplatforms.