Home

Hoektanden

Hoektanden, in het Nederlands ook wel canines genoemd, zijn lange, puntige tanden die zich tussen de snijtanden (incisiven) en de kiezen (premolaren en molaren) bevinden. In elk kaakkwadrant bevindt zich één hoektand; bij volwassene zijn er dus vier hoektanden in totaal.

Anatomie en positie: Hoektanden hebben meestal een lange, stevige kroon met één scherpe cusp en één of

Functie: De hoektanden dienen primair voor het vasthouden en scheuren van voedsel, met name vlees en grotere

Ontwikkeling en eruptie: In mensen komen de permanente hoektanden meestal laat in de jeugd door: de maxillaire

Variatie en klinische aspecten: De grootte en vorm van hoektanden kunnen per soort en individu variëren; bij

---

twee
wortels.
Bij
mensen
komen
vooral
één
lange
wortel
voor,
al
kan
deze
soms
twee
wortels
hebben.
De
tanden
zijn
zo
gevormd
dat
ze
grip
bieden
en
voedsel
kunnen
scheuren,
terwijl
ze
ook
een
rol
spelen
bij
de
stabiliteit
van
de
beet
en
de
aard
van
de
beetlijn.
voedseldeeltjes.
Ze
dragen
bij
aan
een
correcte
beet
en
spelen
een
rol
bij
speekselverdeling
en
articulatie
tijdens
spraak.
hoektanden
erupteren
meestal
tussen
circa
11
en
12
jaar,
de
mandibulaire
tussen
circa
9
en
10
jaar.
Volledig
doorbraak
gebeurt
doorgaans
in
de
vroege
tienerjaren.
mensen
zijn
ze
vaker
het
doelwit
van
cariës
en
trauma,
en
kunnen
wortel-
of
glazuurproblemen
optreden.
In
de
dierwereld
variëren
hoektanden
sterk
in
lengte
en
scherpte
en
zijn
ze
vaak
aangepast
aan
voeding
en
jachtgedrag.