Home

GuillainBarrésyndroom

GuillainBarrésyndroom is een zeldzame auto-immuunziekte waarbij het afweersysteem de perifere zenuwen aanvalt, wat leidt tot plotseling snel verslechterende spierzwakte. De aandoening heeft meestal een snelle opkomst, vaak binnen dagen tot vier weken na een recente infectie of vaccinatie. Ziekte-inzicht en mate van zenuwbeschadiging variëren per persoon.

De symptomen beginnen meestal in de benen en bewegen zich symmetrisch omhoog naar de romp en armen.

De oorzaak is auto-immuun: na een infectie stuurt het immuunsysteem mogelijk antistoffen die zich richten tegen

Diagnose combineert klinische bevindingen met aanvullende onderzoeken. Nerve conduction studies tonen vaak demyelinisatie of axonale schade.

Behandeling gebeurt meestal in het ziekenhuis en omvat ademhalingsmonitoring en ondersteunende zorg. De belangrijkste ziekte-modificerende therapieën

Areflexie
(uitblijven
van
reflexen)
is
karakteristiek.
Pijn,
gevoelsstoornissen
en
zwakte
kunnen
optreden,
en
in
sommige
gevallen
komen
gezichtsverlamming,
slikklachten
of
ademhalingsproblemen
voor.
Autonome
stoornissen
zoals
schommelingen
in
hartslag
en
bloeddruk
komen
voor.
Verschillende
varianten
bestaan,
waaronder
de
demyeliniserende
AIDP
(meest
voorkomend
in
westerse
landen),
en
axonale
vormen
zoals
AMAN
en
AMSAN;
Miller
Fisher-syndroom
omvat
oogspierzwakte,
ataxie
en
areflexie.
gangliosiden
op
zenuwweefsel,
wat
demyelinisatie
of
axonale
schade
veroorzaakt.
Een
duidelijke
trigger
is
vaak
een
eerder
voorkomende
gastro-intestinale
of
virale
infectie.
Bij
een
lumbaal
punctie
zien
sommige
patiënten
albuminocytologische
dissociatie
(verhoogd
eiwit
zonder
verhoogd
aantal
cellen)
na
een
week
of
langer.
Andere
oorzaken
van
plotselinge
zwakte
moeten
uitgesloten
worden.
zijn
intraveneuze
immunoglobuline
(IVIG)
en
plasma-uitwisseling
(plasmaferese).
Corticosteroïden
alleen
blijken
niet
effectief.
Prognose
varieert;
de
meesten
herstellen
gedeeltelijk
of
volledig,
maar
herstel
kan
weken
tot
maanden
duren.
Een
kleiner
deel
blijft
met
blijvende
zwakte.
De
incidentie
ligt
rond
1–2
gevallen
per
100.000
personen
per
jaar.
Preventie
is
niet
vastgesteld;
vroegtijdige
herkenning
en
behandeling
verbeteren
de
uitkomst.