Genderveronderstellingen

Genderveronderstellingen zijn aannames over welke eigenschappen, vaardigheden en rollen bij mensen van een bepaald gender horen. Ze ontstaan door socialisatie, media, onderwijs en maatschappelijke instituties, en worden vaak impliciet of onbewust uitgedrukt in taal, gedrag en routines.

Voorbeelden zijn de verwachting dat jongens beter zouden zijn in wiskunde en techniek, en dat meisjes eerder kiezen voor zorg of onderwijs. Dergelijke veronderstellingen beïnvloeden hoe mensen worden beoordeeld en welke kansen zij krijgen in opleiding, werk en zorg, en kunnen zelfvertrouwen en ambitie belemmeren.

Genderveronderstellingen zijn niet hetzelfde als iemands genderidentiteit. Ze verwijzen naar collectieve verwachtingen en stereotype beelden in de samenleving. Ze kunnen intersectioneel zijn, waarbij factoren zoals ras, klasse en handicap de sterkte en vorm van de veronderstellingen beïnvloeden.

Om genderveronderstellingen te verminderen, is onderwijs over genderstereotypen en kritische reflectie belangrijk, evenals inclusief taalgebruik, representatie in media en beleid dat gelijke kansen bevordert. Onderzoek meet houdingen en vooroordelen met enquêtes en impliciete tests, en kan veranderingen in beleid en cultuur volgen.

Zie ook: genderstereotypen, gendernormen, seksisme.