Correlatieids

Correlatieids zijn unieke identificatoren die aan een verzoek of transactie worden toegewezen terwijl het door meerdere services in een gedistribueerde omgeving beweegt. Ze maken het mogelijk om gebeurtenissen die bij hetzelfde verzoek horen te correleren over verschillende componenten en vormen een belangrijk onderdeel van observability doordat logregels, metrics en traces aan elkaar kunnen worden gekoppeld.

De correlatie-id wordt doorgaans via een header meegestuurd, bijvoorbeeld X-Correlation-ID, of via bredere tracesystemen zoals de W3C Trace Context met traceparent. Degene die het verzoek als eerste ontvangt, genereert meestal de correlatie-id en geeft die door aan downstream services. Elke service logt de correlatie-id bij de relevante gebeurtenissen, waardoor een enkel verzoek als een samenhangend verhaal kan worden bekeken.

Correlatieids vullen observability aan door naast distributed tracing ook log- en metricsgegevens te verbinden. Naast correlatie-id bestaan vaak andere tracing-onderdelen zoals trace-id en span-id. Veelgebruikte header-namen zijn X-Correlation-ID en Request-Id; sommige systemen volgen ook de W3C Trace Context-standaard met traceparent en tracestate. OpenTelemetry en andere tracing-frameworks ondersteunen het gebruik van dergelijke identificatoren.

Praktische overwegingen omvatten het genereren van een correlatie-id bij gebrek daaraan, meestal met UUIDv4 of ULID, en het consequent doorsturen van die id door alle onderdelen. Houd de lengte redelijk en vermijd het opnemen van gevoelige informatie. Een correlatie-id biedt geen beveiliging of authenticatie; het waarborgt uitsluitend samenhang tussen logs en gebeurtenissen. Een beperking is dat als een service de id niet doorgeeft, end-to-end tracing mogelijk niet volledig reconstrueerbaar is.