Beroepspraktijk

Beroepspraktijk verwijst naar de praktische uitvoering van een beroep en de toepassing van opgedane kennis en vaardigheden in de dagelijkse werkomgeving. In het onderwijs wordt hiermee vaak verwezen naar de leerervaring die voortvloeit uit werken in een professionele setting, buiten de leslokalen om.

In Nederland is beroepspraktijkvorming, vaak afgekort als BPV, een veelvoorkomend en in veel mbo-opleidingen verplicht onderdeel. Studenten brengen een deel van hun opleiding door in een bedrijf of instelling en voeren praktijktaken uit die aansluiten bij het curriculum. Een BPV-periode verloopt onder toezicht van een leermeester in de praktijkorganisatie en van een begeleider vanuit de school. Er wordt gewerkt met een leer- en beoordelingsplan en uiteindelijk met een evaluatie van de voortgang.

Doel en inhoud van de beroepspraktijk zijn onder meer het ontwikkelen van beroepsbekwaamheden, zoals vakbekwaamheid, veiligheidsbewustzijn, samenwerking en een professionele houding. Praktijkervaring wordt meestal gedocumenteerd in een portfolio of log van uitgevoerde werkzaamheden, en de beoordeling vindt plaats door de praktijkbegeleider en de school, vaak mede op basis van bepaalde leerdoelen en beoordelingscriteria.

De exacte opzet en duur van de beroepspraktijk verschillen per opleiding en sector. Naast mbo kan de term ook in bredere zin verwijzen naar de dagelijkse praktijk van professionals in een vakgebied, en naar de manieren waarop praktijkleren in onderwijs- en stageprogramma’s wordt vormgegeven.