Home

Beheersen

Beheersen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis dat iemand de controle heeft over iets of een vaardigheid onder de knie heeft. Het kan gaan om het beheersen van omstandigheden, zoals een situatie onder controle houden, of om de beheersing van een taal, vak of techniek.

Grammaticaal gezien is beheersen een werkwoord met infinitief beheersen. Tegenwoordige tijd: ik beheers, jij beheerst, hij

In gebruik onderscheidt beheersen zich tussen verschillende betekenissen: iemand kan een taal beheersen, wat verwijst naar

Etymologisch is beheersen afgeleid van heersen met het prefix be-, waardoor het idee van het verkrijgen van

beheerst;
wij
beheersen.
Verleden
tijd:
ik
beheerde,
jij
beheerde,
hij
beheerde;
wij
beheerden.
Voltooid
deelwoord:
beheerst.
De
gebiedende
wijs
is
beheers.
De
passieve
vorm
bestaat
bijvoorbeeld
uit
wordt
beheerst.
Het
werkwoord
gaat
meestal
samen
met
directe
objecten
zoals
de
taal,
de
situatie
of
de
vaardigheden.
vloeiendheid
en
begrip;
iemand
kan
een
situatie
beheersen,
wat
duidt
op
controle
en
kalm
blijven
onder
druk.
In
formele
contexten
kan
het
duiden
op
voldoende
beheersing
van
systemen,
regels
of
competenties.
Beheersen
heeft
verwante
uitdrukkingen
zoals
onder
de
knie
krijgen
en
in
controle
houden,
en
het
zelfstandig
naamwoord
beheersing
verwijst
naar
de
mate
van
bekwaamheid.
controle
of
regie
ontstaat.
Het
woord
heeft
een
vergelijkbare
positie
in
het
Duits,
waar
beherrschen
hetzelfde
concept
uitdrukt.
Verwante
termen
zijn
beheersing,
beheer,
controleren
en
onder
de
knie
krijgen.