Home

Afschrijvingsregels

Afschrijvingsregels zijn de regels die bepalen hoe de kostprijs van vaste activa over de verwachte benuttingsperiode in de jaarrekening wordt verdeeld en, waar relevant, hoe dit verrekend wordt voor fiscale doeleinden. Ze gelden voor tastbare vaste activa zoals machines, voertuigen en gebouwen, maar ook voor sommige immateriële activa onder specifieke regimevoorwaarden. In de boekhouding onderscheidt men doorgaans afschrijving (voor financiële verslaggeving) van fiscale afschrijving (voor de belastingaangifte).

Belangrijke begrippen zijn aanschafwaarde, restwaarde, bruikbare levensduur en boekwaarde. De aanschafwaarde is de prijs van het

Veelgebruikte afschrijvingsmethoden zijn onder meer lineaire afschrijving, waarbij jaarlijks een constant bedrag wordt afgeschreven (aanschafwaarde minus

In de praktijk kunnen de regels voor accounting afwijken van fiscale regels. De jaarrekening volgt meestal

eerste
verwerven
asset
plus
eventuele
kosten
om
het
asset
in
gebruik
te
nemen.
De
restwaarde
is
de
geschatte
opbrengst
aan
het
einde
van
de
bruikbare
levensduur.
De
bruikbare
levensduur
is
de
periode
waarover
het
asset
economisch
benut
kan
worden.
De
afschrijving
per
jaar
leidt
tot
een
lagere
boekwaarde
en
een
kostenpost
in
de
resultatenrekening.
restwaarde
gedeeld
door
de
bruikbare
levensduur),
en
degressieve
of
versnelde
afschrijving,
waarbij
hogere
bedragen
in
de
beginjaren
worden
genomen.
Daarnaast
kan
afschrijving
op
basis
van
eenheden
van
productie
worden
toegepast,
afhankelijk
van
het
gebruik
van
het
asset.
relevante
accountingstandaarden
(zoals
RJ
of
IFRS),
terwijl
fiscale
afschrijving
onderworpen
is
aan
belastingwetgeving
en
kan
variëren
per
assetcategorie
en
fiscale
regeling.
Organisaties
dienen
een
consistente
afschrijvingspolicy
vast
te
leggen
en
estimates
jaarlijks
te
herzien,
met
afwijkingen
verantwoord
in
de
toelichting.
Impairment
en
herzieningen
van
de
levensduur
kunnen
eveneens
invloed
hebben
op
de
afschrijving.