Home

Actinefilamenten

Actinefilamenten zijn lange, polaire polymeren van actine-eiwitten die voorkomen in vrijwel alle eukaryote cellen. Ze bestaan uit F-actine, opgebouwd uit G-actine monomeren. Filamenten hebben een diameter van ongeveer 7 nanometer en vertonen polariteit: het plus-einde (barbed end) groeit doorgaans sneller dan het minus-einde (pointed end).

De filamenteuze netwerken en bundels die door actinefilamenten ontstaan, leveren mechanische ondersteuning, bepalen celvorm en sturen

Actinefilamenten zijn dynamisch; monomeren worden aan het plus-einde toegevoegd in de ATP-gebonden toestand, en na incorporatie

Actine-regulatie gebeurt via verschillende eiwitten: Arp2/3 creëert vertakkingen, formins en Ena/VASP bevorderen lineaire filamenten; CapZ stabiliseert

bewegingen
zoals
migratie
en
cytokinese.
In
spiercellen
vormen
actinefilamenten
dunne
filamenten
die
samen
met
myosine
langs
elkaar
schuiven
om
samentrekking
mogelijk
te
maken.
Daarnaast
spelen
zij
een
cruciale
rol
bij
vesicleverplaatsing,
endocytose
en
hechting
aan
de
extracellulaire
matrix.
hydrolyseert
ATP
tot
ADP
en
Pi,
waardoor
de
stabiliteit
afneemt.
Bij
steady
state
kan
treadmilling
voorkomen,
waarbij
subunits
aan
de
ene
kant
worden
opgenomen
en
aan
de
andere
kant
vrijkomen.
Nucleatie
is
de
snelheidsbepalende
stap
en
wordt
gereguleerd
door
talrijke
actine-bindende
eiwitten.
het
plus-uiteinde
en
tropomoduline
het
minus-uiteinde.
Cofilin
zorgt
voor
severing
en
recycling
van
filamenten.
Bundling-eiwitten
zoals
fimbrine
(plastine)
en
α-actinine
brengen
filamente
samen,
waardoor
diverse
netwerk-
en
vezelstructuren
ontstaan.
Profilin
levert
actine-monomeren
aan
de
filaments
en
thymosine
β4
houdt
G-actine
beschikbaar.