Home

ABObloedgroepen

ABO-bloedgroepen vormen het belangrijkste bloedgroepsysteem voor menselijk bloed. Ze hangen af van de aanwezigheid van A- en/of B-antigenen op het oppervlak van rode bloedcellen. Het systeem wordt bepaald door drie allelen van het ABO-gen op chromosoom 9: IA, IB en i. IA en IB zijn co-dominant; IAIB levert bloedgroep AB op, terwijl ii bloedgroep O oplevert. De aanwezigheid of afwezigheid van A- en B-antigenen bepaalt ook de antistoffen in het plasma: groep O heeft anti-A en anti-B, groep A heeft anti-B, groep B heeft anti-A, en groep AB heeft geen anti-A of anti-B.

Bij bloedtransfusies is compatibiliteit cruciaal. Groep A kan bloed ontvangen van A en O; groep B van

Klinisch gezien kan ABO-incompatibiliteit optreden tijdens zwangerschap of bij bloedtransfusies en hemolyse veroorzaken; bij zwangeren meestal

B
en
O;
groep
AB
van
A,
B,
AB
en
O;
groep
O
van
O.
Rh-factor
(RhD)
wordt
apart
beoordeeld;
bij
transfusies
en
zwangerschap
spelen
zowel
ABO
als
Rh
een
rol.
De
universale
donor
voor
erytrocyten
zonder
rekening
houdend
met
Rh
is
O-,
en
de
universale
ontvanger
is
AB+.
mild,
bij
transfusies
kan
het
ernstiger
zijn.
Een
zeldzame
Bombay-phenotype
(hh)
mist
het
H-antigeen
en
kan
alleen
bloed
ontvangen
van
andere
Bombay-types;
dit
kan
complicaties
veroorzaken
bij
standaard
ABO-typing.
Daarnaast
bestaan
subtypes
zoals
A1
en
A2
met
verschillende
antigenendichtheden,
wat
serologische
reacties
kan
beïnvloeden.